Ik was laatst met mijn kinderen in Amsterdam. Met de auto. We hadden al wat “tegenslagen” eerder op de avond: tas laten liggen ergens, voor een dichte deur bij het eindelijk gevonden restaurant. Het werd al laat en wilde maar 1 ding: parkeren en eten. Nietsvermoedend reed ik de straat in en kwam oog in oog te staan met een agent. Hij vertrok geen spier en gebaarde mij langs de weg stil te staan. Vrolijk deed ik mijn raampje open en zei: nou ben ik even blij dat ik sinds een paar jaar gestopt ben met drinken (denkende dat ik moest blazen). Hij keek mij strak aan en zei: “Mevrouw, u heeft zojuist 2 overtredingen begaan. U heeft een stopbord genegeerd en u bent een straat ingereden waar u niet in mag.”
𝗔𝗮𝗻𝗽𝗮𝗸
En dit is zo’n moment waarop ik vroeger een discussie zou beginnen, waarschijnlijk eindigend met iets van: kunt u niet beter echte criminelen gaan vangen? Nu neem ik paar teugen adem en stel mij het volgende voor: een splitsing met twee wegen. Links is de weg die bekend is: discussie aangaan en boos worden. Rechts is de weg van vriendelijkheid en inzien dat deze man zijn werk doet. Niet meer en niet minder. De stoïcijnen benadrukken nog eens dat we verbonden zijn met elkaar. En dat we daarmee elkaar vriendelijk en integer kunnen, misschien moeten, benaderen. Zeker in deze tijd waar verbondenheid niet altijd vanzelfsprekend is, we elkaar beledigen en kwetsen.
𝗪𝗮𝘁 𝗮𝗹𝘀 𝘄𝗲 𝗯𝗲𝗴𝗶𝗻𝗻𝗲𝗻 𝘄𝗮𝘁 𝗮𝗮𝗿𝗱𝗶𝗴𝗲𝗿 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗲𝗹𝗸𝗮𝗮𝗿 𝘁𝗲 𝘇𝗶𝗷𝗻?